De wereld is best ingewikkeld voor sommige leerlingen. Ze leren in kleine stapjes en hebben extra ondersteuning nodig. “Ik geloof erin dat wij als school echt het verschil kunnen maken – op kindniveau, groepsniveau en gezinsniveau,” zegt Varenka Bunt – Schilp, directeur van SO Lux, een speciale onderwijsschool voor 130 leerlingen van 4 tot 12 jaar. “En de gezonde schoollunch speelt daarin een essentiële rol.
Een school waar extra zorg centraal staat
Lux is een speciale onderwijsschool Cluster 3 met dertien groepen. Alle leerlingen hebben veel moeite met leren en ontwikkelen zich in kleine stapjes. “Vijf van onze groepen zijn wat wij ‘speciale leerstroomgroepen’ noemen – daar is nog extra zorg en ondersteuning nodig naast het onderwijs. In de overige groepen zitten twaalf leerlingen per klas. Echt kleine klassen dus, waardoor we intensieve aandacht kunnen geven,” legt Varenka uit.
De school bedient niet alleen de stad Utrecht, maar ook de regio eromheen. “Leerlingen stromen vaak iets later in dan vier jaar – vanaf vijf jaar, of soms pas op zeven- of negenjarige leeftijd omdat het hen op andere plekken onvoldoende lukt. Over het algemeen gaan onze leerlingen door naar het voortgezet speciaal onderwijs. Sinds maart zitten we in een prachtig nieuw schoolgebouw met twee groene schoolpleinen, waar ruim vijftig personeelsleden dagelijks werken om deze leerlingen de beste ontwikkelkansen te geven.”
“Leerlingen eten veel gevarieerder. De positieve ‘peer pressure’ werkt.”
Een veilige basis voor ontwikkeling
“Onze leerlingen hebben iets extra’s nodig, en dat vraagt ook iets extra’s van de ouders. Een reguliere zwemles of sportclub is vaak niet passend voor deze leerlingen. Je hebt gespecialiseerde aanbieders nodig die begrijpen wat onze leerlingen nodig hebben. Wij proberen als school onderdeel te zijn van een groter netwerk dat om deze gezinnen heen staat. We koppelen ouders aan de juiste mensen – van het buurtteam tot sportmakelaars en het Jeugd Educatiefonds.
“De wens is natuurlijk dat problemen vroegtijdig worden gesignaleerd, bij het consultatiebureau of de voorschool. We noemen het wel eens ‘onderwijspijn’ als leerlingen al drie schoolsettings hebben gehad voordat ze bij ons komen. Je hoopt dat elk kind meteen op de juiste plek terecht komt waar het tot groei kan komen. En samenwerken met ouders is daarin essentieel – zij kennen hun kind het best.
Meer dan alleen een maaltijd
“Lunchmaatjes verzorgt hier dagelijks voor alle leerlingen fruit en groente in de ochtend en een gezonde zelfsmeer lunch in de middag. De impact daarvan zie je op twee manieren. Op korte termijn zie je het directe effect: een goed gevulde maag en een prettige maaltijd zorgen voor full focus op school. Leerlingen hebben meer focus, meer rust en meer energie in de klas.
“Maar het lange termijneffect is misschien nog wel belangrijker. We zien dat leerlingen veel gevarieerder eten. Ouders zeggen verbaasd: ‘Dit eet hij thuis niet, hoezo eet hij dat hier wel?’ De positieve ‘peer pressure’ is duidelijk aanwezig. En omdat het personeel mee-eet, zegt dat ook iets over of iets lekker is volgens de leerlingen. Ze proberen meer, eten meer, waardoor ze steeds gevarieerder gaan eten.”
Sociaal-emotionele groei aan tafel
“Het sociale aspect van samen lunchen is ontzettend waardevol. Er wordt aan zoveel ontwikkeldoelen tegelijk gewerkt. Leerlingen leren wachten totdat iedereen zijn maaltijd heeft, ze wensen elkaar ‘eet smakelijk’, ze leren hoe je met elkaar eet zonder te praten met volle mond. Ze ervaren groepsdynamiek, mogen dingen proberen en leren zeggen of ze iets lekker vinden – en hóe je dat zegt.
“Er zit ook veel minder druk op het stuk of je wel of geen eten mee hebt genomen. Leerlingen weten dat als ze om wat voor reden dan ook thuis niet hebben ontbeten, ze dat kunnen melden aan de juf of meester en dat er dan meteen iets geregeld wordt. Er is altijd eten op school. Dat geeft heel veel rust voor de leerlingen, maar ook in de gezinnen. Ouders hoeven niet meer na te denken over lunchtrommels. Die rust zie je terug in de klas.
Leren met je hele lijf
“Bewegen is voor alle leerlingen ontzettend belangrijk, maar voor onze leerlingen misschien nog wel meer. Omdat leren zoveel vraagt, is het fijn als dat gebeurt via meer bewegen en meer vanuit het lijf leren. Als je bijvoorbeeld de getallenrij leert van 1 tot 10, kan dat in het platte vlak, maar het kan ook dat je hoepels op de grond legt met cijfers erbij. Leerlingen gaan lopen en ervaren met hun hele lijf dat dat de getallenrij is.
“We hebben twee vakdocenten gym die twee keer per week beweegles verzorgen, en daarnaast een extra leerkracht voor bewegend leren. We koppelen dat heel erg aan de onderwijsdoelen – vanuit bijvoorbeeld rekenen of taal. En we hebben het geluk van twee groene schoolpleinen aan voor- en achterkant, beide met voldoende beweegmogelijkheden.
“Omdat naschools aanbod voor onze leerlingen echt lastig te organiseren is – ze worden vaak met busjes opgehaald – organiseren we sportclinics onder lestijd. En dat doen we bewust met sportclubs die ook een G-team hebben, zoals bijvoorbeeld Kampong. Als leerlingen enthousiast zijn over hockey, kunnen ze zich daar daadwerkelijk aanmelden. We geven foldermateriaal mee en informeren ouders. En voor gezinnen waar het financieel lastig is, kunnen we via het Jeugd Educatiefonds ondersteuning regelen, bijvoorbeeld voor zwemlessen.
Kansengelijkheid als uitgangspunt
“Wat ik andere scholen zou willen meegeven? Probeer geen onderscheid te maken tussen gezinnen van wie je denkt die hebben het wel nodig en die niet. Koppel het aan het bredere maatschappelijke doel: integratie van alle leerlingen. Het gaat niet alleen om luncharmoede of een gezonde leefstijl. Het gaat fundamenteel om kansengelijkheid – dat je ieder kind de mogelijkheid geeft om zich op dezelfde manier te ontwikkelen”.
“Laat niet de uitzondering zich melden bij jou als directeur met ‘we hebben het een beetje zwaar, kan mijn kind lunch krijgen?’ Maar kijk hoe je het in je school kunt integreren. Betrek ouders erbij als dat past. Werk aan zoveel andere pijlers en doelen tegelijk – niet alleen een gezonde lunchmaaltijd voor dat ene kind.
“Die kansengelijkheid gun ik echt iedereen. Want dan kun je vanuit rust en de basisbehoefte jezelf als kind, als gezin, als school ontwikkelen. Dan geef je ieder kind een eerlijke kans.”
Een vanzelfsprekendheid voor de toekomst
“Over drie jaar hoop ik dat Hapkracht dusdanig op de kaart staat dat we met elkaar structureel geld hebben waardoor we scholen op structurele basis kunnen ondersteunen en helpen. Dat scholen niet meer afhankelijk zijn van subsidies of andere kunst- en vliegwerk waar je als directeur heel druk mee bent. Dat het een vanzelfsprekendheid is dat er mogelijkheden zijn om een vorm van schoollunch te organiseren en dat dat structureel ondersteund kan worden.
“Dit is inmiddels zo’n wezenlijk onderdeel van ons onderwijsaanbod. Dit kun je niet meer terugdraaien. De lunch biedt grote meerwaarde – niet alleen voor de gezondheid, maar voor de hele ontwikkeling van het kind. Voor leerlingen in Utrecht die dat nodig hebben, hoop ik dat het echt gaat lukken. Daar gaan we voor.”